Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

sebrat
Musíme sebrat všechna jablka.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

přiblížit se
Slimáci se k sobě přibližují.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

preferovat
Mnoho dětí preferuje sladkosti před zdravými věcmi.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

dostávat
Ve stáří dostává dobrou penzi.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

připravit
Je připravená vynikající snídaně!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!

obnovit
Malíř chce obnovit barvu zdi.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.

pokrýt
Lekníny pokrývají vodu.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.

oženit se
Pár se právě oženil.
trouwen
Het stel is net getrouwd.

pustit
Nesmíš pustit úchyt!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!

vytáhnout
Plevel je třeba vytáhnout.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

viset
Houpací síť visí ze stropu.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
