Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tagalog

cms/verbs-webp/79046155.webp
ulitin
Maari mo bang ulitin iyon?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/118064351.webp
iwasan
Kailangan niyang iwasan ang mga mani.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/57574620.webp
deliver
Ang aming anak na babae ay nagdedeliver ng mga dyaryo tuwing bakasyon.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/117421852.webp
maging kaibigan
Ang dalawa ay naging magkaibigan.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
cms/verbs-webp/40477981.webp
pamilyar
Hindi siya pamilyar sa kuryente.
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
cms/verbs-webp/122079435.webp
tumaas
Ang kompanya ay tumaas ang kita.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/130770778.webp
maglakbay
Gusto niyang maglakbay at nakita niya ang maraming bansa.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/129244598.webp
limitahan
Sa isang diyeta, kailangan mong limitahan ang pagkain.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/100011426.webp
maapektohan
Huwag hayaang maapektohan ng iba!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/63935931.webp
ikot
Ikinikot niya ang karne.
draaien
Ze draait het vlees.
cms/verbs-webp/113248427.webp
manalo
Sinusubukan niyang manalo sa chess.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/115224969.webp
patawarin
Pinapatawad ko siya sa kanyang mga utang.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.