Woordenlijst
Leer werkwoorden – Russisch
записывать
Она хочет записать свою бизнес-идею.
zapisyvat‘
Ona khochet zapisat‘ svoyu biznes-ideyu.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
бояться
Мы боимся, что человек серьезно пострадал.
boyat‘sya
My boimsya, chto chelovek ser‘yezno postradal.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
прибывать
Самолет прибыл вовремя.
pribyvat‘
Samolet pribyl vovremya.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
отдавать
Она отдает свое сердце.
otdavat‘
Ona otdayet svoye serdtse.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
заразиться
Она заразилась вирусом.
zarazit‘sya
Ona zarazilas‘ virusom.
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.
писать
Он написал мне на прошлой неделе.
pisat‘
On napisal mne na proshloy nedele.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
думать
В карточных играх нужно думать наперед.
dumat‘
V kartochnykh igrakh nuzhno dumat‘ napered.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
меняться
Свет поменялся на зеленый.
menyat‘sya
Svet pomenyalsya na zelenyy.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
писать
Он пишет письмо.
pisat‘
On pishet pis‘mo.
schrijven
Hij schrijft een brief.
кататься
Дети любят кататься на велосипедах или самокатах.
katat‘sya
Deti lyubyat katat‘sya na velosipedakh ili samokatakh.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
парковаться
Автомобили припаркованы на подземной стоянке.
parkovat‘sya
Avtomobili priparkovany na podzemnoy stoyanke.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.