Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/67232565.webp
stem saam
Die bure kon nie oor die kleur saamstem nie.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
cms/verbs-webp/103910355.webp
sit
Baie mense sit in die kamer.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/98060831.webp
uitgee
Die uitgewer gee hierdie tydskrifte uit.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/62069581.webp
stuur
Ek stuur vir jou ’n brief.
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/102114991.webp
sny
Die haarkapper sny haar hare.
knippen
De kapper knipt haar haar.
cms/verbs-webp/99392849.webp
verwyder
Hoe kan mens ’n rooi wyn vlek verwyder?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/98294156.webp
handel
Mense handel in gebruikte meubels.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
cms/verbs-webp/94482705.webp
vertaal
Hy kan tussen ses tale vertaal.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/121928809.webp
versterk
Gimnastiek versterk die spiere.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
cms/verbs-webp/107407348.webp
rondreis
Ek het baie rond die wêreld gereis.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/99769691.webp
verbygaan
Die trein gaan by ons verby.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/83776307.webp
trek
My nefie is besig om te trek.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.