Woordenlijst
Leer werkwoorden – Afrikaans

beland
Hoe het ons in hierdie situasie beland?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?

reis
Ons hou daarvan om deur Europa te reis.
reizen
We reizen graag door Europa.

monitor
Alles word hier deur kameras gemonitor.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.

trek
My nefie is besig om te trek.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

lieg
Hy lieg dikwels as hy iets wil verkoop.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

verbly
Die doel verbly die Duitse sokkerondersteuners.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

bedek
Die waterlelies bedek die water.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.

verbind wees
Alle lande op Aarde is verbind.
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.

oorneem
Die sprinkane het oorgeneem.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.

druk
Hulle druk die man in die water.
duwen
Ze duwen de man het water in.

waag
Ek waag nie om in die water te spring nie.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
