Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/115224969.webp
forgive
I forgive him his debts.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
cms/verbs-webp/62069581.webp
send
I am sending you a letter.
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/99169546.webp
look
Everyone is looking at their phones.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
cms/verbs-webp/124525016.webp
lie behind
The time of her youth lies far behind.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/92456427.webp
buy
They want to buy a house.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/104135921.webp
enter
He enters the hotel room.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
cms/verbs-webp/112286562.webp
work
She works better than a man.
werken
Ze werkt beter dan een man.
cms/verbs-webp/62175833.webp
discover
The sailors have discovered a new land.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/130814457.webp
add
She adds some milk to the coffee.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/75423712.webp
change
The light changed to green.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/78063066.webp
keep
I keep my money in my nightstand.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/87317037.webp
play
The child prefers to play alone.
spelen
Het kind speelt liever alleen.