Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

enrich
Spices enrich our food.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

think
She always has to think about him.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.

prepare
She is preparing a cake.
bereiden
Ze bereidt een taart.

improve
She wants to improve her figure.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.

sound
Her voice sounds fantastic.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.

depart
The ship departs from the harbor.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.

reduce
I definitely need to reduce my heating costs.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.

damage
Two cars were damaged in the accident.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.

overcome
The athletes overcome the waterfall.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

come easy
Surfing comes easily to him.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.

send
I sent you a message.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
