Woordenlijst

Leer werkwoorden – Pools

cms/verbs-webp/103797145.webp
zatrudnić
Firma chce zatrudnić więcej ludzi.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/80552159.webp
działać
Motocykl jest zepsuty; już nie działa.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/96531863.webp
przejść
Czy kot może przejść przez tę dziurę?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/97335541.webp
komentować
On komentuje politykę każdego dnia.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/32312845.webp
wykluczać
Grupa go wyklucza.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/111792187.webp
wybierać
Trudno wybrać właściwą osobę.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/105854154.webp
ograniczać
Ogrodzenia ograniczają naszą wolność.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/123519156.webp
spędzać
Ona spędza cały swój wolny czas na zewnątrz.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
cms/verbs-webp/123170033.webp
zbankrutować
Firma prawdopodobnie wkrótce zbankrutuje.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/116519780.webp
wybiegać
Ona wybiega w nowych butach.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/119895004.webp
pisać
On pisze list.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/120978676.webp
spalać się
Ogień spali wiele lasu.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.