Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

pogriješiti
Pažljivo razmislite da ne pogriješite!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

uvjeriti
Često mora uvjeriti svoju kćerku da jede.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

donijeti
Dostavljač pizze donosi pizzu.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.

voziti se
Automobili se voze u krugu.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

osjećati
Ona osjeća bebu u svom trbuhu.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.

gledati
Gleda kroz dvogled.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.

zadržati
Možete zadržati novac.
houden
Je mag het geld houden.

smanjiti
Definitivno moram smanjiti troškove grijanja.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.

gledati
Na odmoru sam pogledao mnoge znamenitosti.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.

naglasiti
Oči možete dobro naglasiti šminkom.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.

izumrijeti
Mnoge životinje su izumrle danas.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
