Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

pokupiti
Moramo pokupiti sve jabuke.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

vratiti
Majka vraća kćerku kući.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.

voziti
Djeca vole voziti bicikle ili skutere.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.

odgovoriti
Ona uvijek prva odgovara.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

izostaviti
U čaju možete izostaviti šećer.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.

objaviti
Oglasi se često objavljuju u novinama.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.

raditi za
On je naporno radio za svoje dobre ocjene.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.

učiti
Mnogo žena uči na mom univerzitetu.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

smanjiti
Štedite novac kada smanjite temperaturu prostorije.
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.

uništiti
Datoteke će biti potpuno uništene.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

proći
Srednji vijek je prošao.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
