Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/68212972.webp
ozvať sa
Kto vie niečo, môže sa v triede ozvať.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/96586059.webp
prepustiť
Šéf ho prepustil.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
cms/verbs-webp/90643537.webp
spievať
Deti spievajú pieseň.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/30793025.webp
chvastať sa
Rád sa chvastá svojimi peniazmi.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/81740345.webp
zhrnúť
Musíte zhrnúť kľúčové body z tohto textu.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
cms/verbs-webp/859238.webp
vykonávať
Ona vykonáva nezvyčajné povolanie.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/123170033.webp
zbankrotovať
Firma pravdepodobne čoskoro zbankrotuje.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/116932657.webp
dostať
V starobe dostáva dobrý dôchodok.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/78073084.webp
ľahnúť si
Boli unavení a ľahli si.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
cms/verbs-webp/86196611.webp
zraziť
Bohužiaľ, mnoho zvierat stále zražajú autá.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/101945694.webp
zaspať
Chcú konečne zaspať na jednu noc.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/117491447.webp
závisieť
Je slepý a závisí na vonkajšej pomoci.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.