Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

رسمت
رسمت يديها.
rasamat
rasamat yadiha.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.

يتلقى
يتلقى معاشًا جيدًا في الشيخوخة.
yatalaqaa
yatalaqaa meashan jydan fi alshaykhukhati.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

فرض ضريبة
تفرض الشركات ضرائب بطرق مختلفة.
fard daribat
tafrid alsharikat darayib bituruq mukhtalifatin.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

رافق
الكلب يرافقهم.
rafiq
alkalb yurafiquhum.
begeleiden
De hond begeleidt hen.

أكدت
هي أكدت الأخبار الجيدة لزوجها.
‘akadat
hi ‘akadat al‘akhbar aljayidat lizawjiha.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

ترد
هي دائمًا ترد أولاً.
tarad
hi dayman tarudu awlaan.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

نجح
لم ينجح الأمر هذه المرة.
najah
lam yanjah al‘amr hadhih almarata.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.

تخرج
هي تخرج من السيارة.
takhruj
hi takhruj min alsayaarati.
uitgaan
Ze stapt uit de auto.

تركوا خلفهم
تركوا طفلهم عن طريق الخطأ في المحطة.
tarakuu khalfahum
tarakuu tiflahum ean tariq alkhata fi almahatati.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

نظروا إلى بعضهم
نظروا إلى بعضهم لوقت طويل.
nazaruu ‘iilaa baedihim
nazaruu ‘iilaa baedihim liwaqt tawilin.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.

تقود
الأم تقود الابنة إلى المنزل.
taqud
al‘umu taqud aliabnat ‘iilaa almanzili.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
