Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

נותן דבר
הפוליטיקאי נותן דבר בפני הרבה סטודנטים.
nvtn dbr
hpvlytyqay nvtn dbr bpny hrbh stvdntym.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.

מחליף
המכונאי מחליף את הצמיגים.
mhlyp
hmkvnay mhlyp at htsmygym.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.

לדווח
היא מדווחת על השחיתות לחברתה.
ldvvh
hya mdvvht ’el hshhytvt lhbrth.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.

להחזיר
הכלב החזיר את הצעצוע.
lhhzyr
hklb hhzyr at hts’etsv’e.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

לחפש
מה שאתה לא יודע, אתה צריך לחפש.
lhpsh
mh shath la yvd’e, ath tsryk lhpsh.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

הולכים לטייל
המשפחה הולכת לטייל בימי ראשון.
hvlkym ltyyl
hmshphh hvlkt ltyyl bymy rashvn.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

מבוטל
הטיסה מבוטלת.
mbvtl
htysh mbvtlt.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.

לתת שם
כמה מדינות אתה יכול לתת להם שם?
ltt shm
kmh mdynvt ath ykvl ltt lhm shm?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

להתאפק
אני לא יכול להוציא הרבה כסף; אני צריך להתאפק.
lhtapq
any la ykvl lhvtsya hrbh ksp; any tsryk lhtapq.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.

להתחיל
השכולה מתחילה עכשיו לילדים.
lhthyl
hshkvlh mthylh ’ekshyv lyldym.
beginnen
School begint net voor de kinderen.

לדבר אל
מישהו צריך לדבר איתו; הוא כל כך בודד.
ldbr al
myshhv tsryk ldbr aytv; hva kl kk bvdd.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
