Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

מאכילים
הילדים מאכילים את הסוס.
makylym
hyldym makylym at hsvs.
voeden
De kinderen voeden het paard.

מבוטל
הטיסה מבוטלת.
mbvtl
htysh mbvtlt.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.

יוצאת
היא יוצאת מהמכונית.
yvtsat
hya yvtsat mhmkvnyt.
uitgaan
Ze stapt uit de auto.

לזרוק ל
הם זורקים את הכדור אחד לשני.
lzrvq l
hm zvrqym at hkdvr ahd lshny.
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.

יצאו
אורחינו החופשיים יצאו אתמול.
ytsav
avrhynv hhvpshyym ytsav atmvl.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.

להודות
אני מודה לך מאוד על זה!
lhvdvt
any mvdh lk mavd ’el zh!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

מוביל
הטייל הוותיק ביותר תמיד מוביל.
mvbyl
htyyl hvvtyq byvtr tmyd mvbyl.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

קיים
הדינוזורים אינם קיימים יותר היום.
qyym
hdynvzvrym aynm qyymym yvtr hyvm.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

בודק
הרופא השיניים בודק את ציוד השניים של המטופל.
bvdq
hrvpa hshynyym bvdq at tsyvd hshnyym shl hmtvpl.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.

להתקשר
אנא התקשר אליי מחר.
lhtqshr
ana htqshr alyy mhr.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.

להתפלל
הוא מתפלל בשקט.
lhtpll
hva mtpll bshqt.
bidden
Hij bidt in stilte.
