Woordenlijst
Leer werkwoorden – Afrikaans

terugvind
Ek kan my weg nie terugvind nie.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

gewoond raak
Kinders moet gewoond raak aan tandeborsel.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

gooi
Hy gooi sy rekenaar kwaad op die vloer.
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.

onderskryf
Ons onderskryf jou idee graag.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.

kom eerste
Gesondheid kom altyd eerste!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!

vriende word
Die twee het vriende geword.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.

verlaat
Toeriste verlaat die strand teen middag.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.

herinner
Die rekenaar herinner my aan my afsprake.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

vervoer
Die vragmotor vervoer die goedere.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

stel voor
Die vrou stel iets aan haar vriendin voor.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

verbeter
Sy wil haar figuur verbeter.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
