Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/80427816.webp
correct
The teacher corrects the students’ essays.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/113671812.webp
share
We need to learn to share our wealth.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
cms/verbs-webp/121112097.webp
paint
I’ve painted a beautiful picture for you!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/114993311.webp
see
You can see better with glasses.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/127554899.webp
prefer
Our daughter doesn’t read books; she prefers her phone.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/67035590.webp
jump
He jumped into the water.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/61280800.webp
exercise restraint
I can’t spend too much money; I have to exercise restraint.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/118596482.webp
search
I search for mushrooms in the fall.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/109157162.webp
come easy
Surfing comes easily to him.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/92054480.webp
go
Where did the lake that was here go?
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
cms/verbs-webp/11497224.webp
answer
The student answers the question.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
cms/verbs-webp/35862456.webp
begin
A new life begins with marriage.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.