Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

girar-se
Has de girar el cotxe aquí.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.

quedar enrere
El temps de la seva joventut queda lluny enrere.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.

confirmar
Ella va poder confirmar la bona notícia al seu marit.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

deixar enrere
Van deixar accidentalment el seu fill a l’estació.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

estar interconnectat
Tots els països de la Terra estan interconnectats.
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.

desencadenar
El fum va desencadenar l’alarma.
activeren
De rook activeerde het alarm.

superar
Els atletes superen el salt d’aigua.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

infectar-se
Es va infectar amb un virus.
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.

simplificar
Has de simplificar les coses complicades per als nens.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.

començar
Amb el matrimoni comença una nova vida.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.

escoltar
Li agrada escoltar la panxa de la seva esposa embarassada.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
