Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

servir
Als gossos els agrada servir als seus amos.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.

atropellar
Desgraciadament, molts animals encara són atropellats per cotxes.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

influenciar
No et deixis influenciar pels altres!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!

monitoritzar
Tot està monitoritzat aquí amb càmeres.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.

comparar
Ells comparen les seves xifres.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.

tornar
El gos torna la joguina.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

acomiadar
El meu cap m’ha acomiadat.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

desmuntar
El nostre fill ho desmunta tot!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

tancar
Ella tanca les cortines.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.

trucar
Ella només pot trucar durant la seva pausa del dinar.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

expressar-se
Ella vol expressar-se al seu amic.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
