Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/119847349.webp
hoor
Ek kan jou nie hoor nie!
horen
Ik kan je niet horen!
cms/verbs-webp/121264910.webp
sny op
Vir die slaai moet jy die komkommer op sny.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
cms/verbs-webp/118826642.webp
verduidelik
Oupa verduidelik die wêreld aan sy kleinkind.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/119417660.webp
glo
Baie mense glo in God.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/68779174.webp
verteenwoordig
Prokureurs verteenwoordig hulle kliënte in die hof.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignoreer
Die kind ignoreer sy ma se woorde.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/79582356.webp
ontsyfer
Hy ontsyfer die klein druk met ’n vergrootglas.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
cms/verbs-webp/110056418.webp
’n toespraak gee
Die politikus gee ’n toespraak voor baie studente.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/130770778.webp
reis
Hy hou daarvan om te reis en het baie lande gesien.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/119520659.webp
noem
Hoeveel keer moet ek hierdie argument noem?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
cms/verbs-webp/119335162.webp
beweeg
Dit is gesond om baie te beweeg.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/98561398.webp
meng
Die skilder meng die kleure.
mengen
De schilder mengt de kleuren.