Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/123380041.webp
dogoditi se
Je li mu se nešto dogodilo u radnoj nesreći?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/17624512.webp
naviknuti se
Djeca se moraju naviknuti na pranje zuba.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/111615154.webp
vratiti
Majka vraća kćerku kući.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/87142242.webp
visiti
Hamak visi s plafona.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/120259827.webp
kritikovati
Šef kritikuje zaposlenika.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/111892658.webp
dostaviti
On dostavlja pizze kućama.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/113418367.webp
odlučiti
Ne može se odlučiti koje cipele obuti.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/89635850.webp
birati
Uzela je telefon i birala broj.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/102327719.webp
spavati
Beba spava.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/93792533.webp
značiti
Što znači ovaj grb na podu?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/73880931.webp
čistiti
Radnik čisti prozor.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/105854154.webp
ograničiti
Ograde ograničavaju našu slobodu.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.