Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

gorjeti
U kaminu gori vatra.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.

otvoriti
Sejf se može otvoriti tajnim kodom.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.

zaštititi
Djecu treba zaštititi.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.

biti
Ne bi trebao biti tužan!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!

podsjetiti
Računar me podsjeća na moje sastanke.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

trčati prema
Djevojčica trči prema svojoj majci.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.

ograničiti
Tokom dijete morate ograničiti unos hrane.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.

ležati iza
Vrijeme njene mladosti leži daleko iza.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.

čitati
Ne mogu čitati bez naočala.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

povući
On povlači sanku.
trekken
Hij trekt de slee.

oprostiti se
Žena se oprašta.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
