Rječnik
Naučite glagole – nizozemski

zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
brinuti se
Naš domar se brine za čišćenje snijega.

besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.
smanjiti
Štedite novac kada smanjite temperaturu prostorije.

teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
vratiti se
Ne može se vratiti sam.

spellen
De kinderen leren spellen.
pravopisati
Djeca uče pravopis.

terugkomen
De boemerang kwam terug.
vratiti se
Bumerang se vratio.

updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
ažurirati
Danas morate stalno ažurirati svoje znanje.

eisen
Hij eist compensatie.
tražiti
On traži odštetu.

antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
odgovoriti
Ona je odgovorila pitanjem.

houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
voljeti
Ona jako voli svoju mačku.

verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
podnijeti
Ona jedva podnosi bol!

handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
trgovati
Ljudi trguju rabljenim namještajem.
