Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/91930542.webp
stoppen
De agente stopt de auto.
zaustaviti
Policajka zaustavlja auto.
cms/verbs-webp/50772718.webp
annuleren
Het contract is geannuleerd.
otkazati
Ugovor je otkazan.
cms/verbs-webp/109766229.webp
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
osjećati
Često se osjeća samim.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
čistiti
Radnik čisti prozor.
cms/verbs-webp/120801514.webp
missen
Ik zal je zo erg missen!
nedostajati
Mnogo ćeš mi nedostajati!
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
dodati
Ona dodaje malo mlijeka u kafu.
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
kritikovati
Šef kritikuje zaposlenika.
cms/verbs-webp/120870752.webp
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
izvući
Kako će izvući tu veliku ribu?
cms/verbs-webp/99633900.webp
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
istraživati
Ljudi žele istraživati Mars.
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
okrenuti se
Morate okrenuti auto ovdje.
cms/verbs-webp/99769691.webp
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
proći pored
Vlak prolazi pored nas.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
parkirati
Automobili su parkirani u podzemnoj garaži.