Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/129945570.webp
atsakyti
Ji atsakė klausimu.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/58883525.webp
įeiti
Prašau įeik!
binnenkomen
Kom binnen!
cms/verbs-webp/79046155.webp
pakartoti
Gal galite tai pakartoti?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/90554206.webp
pranešti
Ji praneša apie skandalą savo draugei.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/41935716.webp
pasiklysti
Miske lengva pasiklysti.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/32180347.webp
išardyti
Mūsų sūnus viską išardo!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/123947269.webp
stebėti
Čia viskas yra stebima kameromis.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/59121211.webp
paskambinti
Kas paskambino į durų skambutį?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/119913596.webp
duoti
Tėvas nori duoti sūnui šiek tiek papildomų pinigų.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
cms/verbs-webp/49585460.webp
atsidurti
Kaip mes atsidūrėme šioje situacijoje?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/96061755.webp
tarnauti
Šiandien mus aptarnauja pats šefas.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/70055731.webp
išvykti
Traukinys išvyksta.
vertrekken
De trein vertrekt.