Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/117890903.webp
svare
Hun svarer altid først.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/33564476.webp
levere
Pizzabudet leverer pizzaen.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/119952533.webp
smage
Dette smager virkelig godt!
smaken
Dit smaakt echt goed!
cms/verbs-webp/107407348.webp
rejse rundt
Jeg har rejst meget rundt i verden.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/63868016.webp
bringe tilbage
Hunden bringer legetøjet tilbage.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/108520089.webp
indeholde
Fisk, ost, og mælk indeholder meget protein.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/96571673.webp
male
Han maler væggen hvid.
schilderen
Hij schildert de muur wit.
cms/verbs-webp/123619164.webp
svømme
Hun svømmer regelmæssigt.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/97593982.webp
forberede
En lækker morgenmad er blevet forberedt!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/112755134.webp
ringe
Hun kan kun ringe i sin frokostpause.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/105934977.webp
generere
Vi genererer elektricitet med vind og sollys.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/89869215.webp
sparke
De kan lide at sparke, men kun i bordfodbold.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.