Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/81025050.webp
boriti se
Sportaši se bore jedan protiv drugog.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/101383370.webp
izlaziti
Djevojke vole izlaziti zajedno.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
cms/verbs-webp/111750432.webp
visjeti
Oboje vise na grani.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/65915168.webp
šuštati
Lišće šušti pod mojim nogama.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
cms/verbs-webp/93221279.webp
gorjeti
Vatra gori u kaminu.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/89635850.webp
birati
Podigla je telefon i birala broj.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/110322800.webp
govoriti loše
Kolege loše govore o njoj.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/125376841.webp
gledati
Na odmoru sam pogledao mnoge znamenitosti.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/114272921.webp
goniti
Kauboji goniti stoku s konjima.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
cms/verbs-webp/100466065.webp
izostaviti
U čaju možete izostaviti šećer.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/43483158.webp
ići vlakom
Tamo ću ići vlakom.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/84365550.webp
transportirati
Kamion transportira robu.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.