Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

ležati
Djeca leže zajedno na travi.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.

procijeniti
On procjenjuje učinak tvrtke.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

plakati
Dijete plače u kadi.
huilen
Het kind huilt in het bad.

podsjetiti
Računalo me podsjeća na moje sastanke.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

pronaći ponovno
Nisam mogao pronaći svoju putovnicu nakon selidbe.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.

obaviti
On obavlja popravak.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.

raspravljati
Kolege raspravljaju o problemu.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.

otvoriti
Sejf se može otvoriti tajnim kodom.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.

pretraživati
Provalnik pretražuje kuću.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

uvjeriti
Često mora uvjeriti svoju kćer da jede.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

voziti oko
Automobili voze u krugu.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
