Woordenlijst
Leer werkwoorden – Roemeens
semna
El a semnat contractul.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
practica
Femeia practică yoga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
supăra
Ea se supără pentru că el sforăie mereu.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
lăsa
Ea mi-a lăsat o felie de pizza.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
promova
Trebuie să promovăm alternative la traficul auto.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
renunța
El a renunțat la slujbă.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
accepta
Nu pot schimba asta, trebuie să-l accept.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
număra
Ea numără monedele.
tellen
Ze telt de munten.
alege
Ea alege o nouă pereche de ochelari de soare.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
permite
Nu ar trebui să permiți depresia.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
conduce
El o conduce pe fată de mână.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.