Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

提供する
彼女は花に水をやると提供した。
Teikyō suru
kanojo wa hana ni mizu o yaru to teikyō shita.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.

書き留める
彼女は彼女のビジネスアイディアを書き留めたいです。
Kakitomeru
kanojo wa kanojo no bijinesu aidia o kakitometaidesu.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

説得する
彼女はよく娘を食べるように説得しなければなりません。
Settoku suru
kanojo wa yoku musume o taberu yō ni settoku shinakereba narimasen.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

旅行する
彼は旅行が好きで、多くの国を訪れました。
Ryokō suru
kare wa ryokō ga sukide, ōku no kuni o otozuremashita.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.

嫌悪する
彼女はクモに嫌悪感を抱いています。
Ken‘o suru
kanojo wa kumo ni ken‘o-kan o daite imasu.
walgen van
Ze walgde van spinnen.

開発する
彼らは新しい戦略を開発しています。
Kaihatsu suru
karera wa atarashī senryaku o kaihatsu shite imasu.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.

救う
医師たちは彼の命を救うことができました。
Sukuu
ishi-tachi wa kare no inochi o sukuu koto ga dekimashita.
redden
De dokters konden zijn leven redden.

見る
眼鏡をかけるともっと良く見えます。
Miru
meganewokakeru to motto yoku miemasu.
zien
Je kunt beter zien met een bril.

注意する
道路標識に注意する必要があります。
Chūi suru
dōrohyōji ni chūi suru hitsuyō ga arimasu.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.

返答する
彼女は質問で返答しました。
Hentō suru
kanojo wa shitsumon de hentō shimashita.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.

思う
誰がもっと強いと思いますか?
Omou
dare ga motto tsuyoi to omoimasu ka?
denken
Wie denk je dat sterker is?
