Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws
התדהמה
היא התדהמה כשקיבלה את החדשות.
htdhmh
hya htdhmh kshqyblh at hhdshvt.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
לסחוט
היא סוחטת את הלימון.
lshvt
hya svhtt at hlymvn.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
מוצא
אני לא מוצא את דרכי חזרה.
mvtsa
any la mvtsa at drky hzrh.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
להתרחש
ההלוויה התרחשה שלשום.
lhtrhsh
hhlvvyh htrhshh shlshvm.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
העזו
הם העזו לקפוץ מתוך המטוס.
h’ezv
hm h’ezv lqpvts mtvk hmtvs.
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
לדבר אל
מישהו צריך לדבר איתו; הוא כל כך בודד.
ldbr al
myshhv tsryk ldbr aytv; hva kl kk bvdd.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
לשמור
אתה יכול לשמור על הכסף.
lshmvr
ath ykvl lshmvr ’el hksp.
houden
Je mag het geld houden.
להוריד שלג
הוריד הרבה שלג היום.
lhvryd shlg
hvryd hrbh shlg hyvm.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
מודע
הילד מודע לריב ההורים שלו.
mvd’e
hyld mvd’e lryb hhvrym shlv.
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
שותות
הפרות שותות מים מהנהר.
shvtvt
hprvt shvtvt mym mhnhr.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
לפשט
צריך לפשט דברים מורכבים לילדים.
lpsht
tsryk lpsht dbrym mvrkbym lyldym.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.