Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

להדגיש
הוא הדגיש את ההצהרה שלו.
lhdgysh
hva hdgysh at hhtshrh shlv.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.

לעבור
הזמן לפעמים עובר לאט.
l’ebvr
hzmn lp’emym ’evbr lat.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.

מתקנת
המורה מתקנת את מאמרי התלמידים.
mtqnt
hmvrh mtqnt at mamry htlmydym.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

להתגאות
הוא אוהב להתגאות בכספו.
lhtgavt
hva avhb lhtgavt bkspv.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

מוצא
אני מוצא את דרכי היטב במבוך.
mvtsa
any mvtsa at drky hytb bmbvk.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.

לפספס
האיש פספס את הרכבת שלו.
lpsps
haysh psps at hrkbt shlv.
missen
De man heeft zijn trein gemist.

שכחה
היא שכחה את שמו כעת.
shkhh
hya shkhh at shmv k’et.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

מוביל
הוא מוביל את הילדה בידו.
mvbyl
hva mvbyl at hyldh bydv.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.

לראות
אתה יכול לראות טוב יותר עם משקפיים.
lravt
ath ykvl lravt tvb yvtr ’em mshqpyym.
zien
Je kunt beter zien met een bril.

הסכים
השכנים לא הסכימו על הצבע.
hskym
hshknym la hskymv ’el htsb’e.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.

מדונים
הם מדונים בתוכניותיהם.
mdvnym
hm mdvnym btvknyvtyhm.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
