Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/122079435.webp
zvýšit
Společnost zvýšila své příjmy.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/59552358.webp
spravovat
Kdo spravuje peníze ve vaší rodině?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/120801514.webp
stýskat se
Bude mi po tobě tak stýskat!
missen
Ik zal je zo erg missen!
cms/verbs-webp/129244598.webp
omezit
Během diety musíte omezit příjem jídla.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/78342099.webp
platit
Vízum již není platné.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
cms/verbs-webp/123170033.webp
zbankrotovat
Firma pravděpodobně brzy zbankrotuje.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/75508285.webp
těšit se
Děti se vždy těší na sníh.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/129300323.webp
dotknout se
Rolník se dotýká svých rostlin.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/90287300.webp
zvonit
Slyšíš zvonit zvonek?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/119501073.webp
ležet naproti
Tam je hrad - leží přímo naproti!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
cms/verbs-webp/99725221.webp
lhát
Někdy člověk musí lhát v nouzové situaci.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/57481685.webp
opakovat
Student opakoval rok.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.