Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/114052356.webp
horieť
Mäso by nemalo horieť na grile.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/114379513.webp
pokryť
Lekná pokrývajú vodu.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/93792533.webp
znamenať
Čo znamená tento erb na podlahe?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/105681554.webp
spôsobiť
Cukor spôsobuje mnoho chorôb.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/100011426.webp
ovplyvniť
Nedaj sa ovplyvniť inými!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/114993311.webp
vidieť
S okuliarmi vidíte lepšie.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/43956783.webp
utekať
Naša mačka utekala.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/77572541.webp
odstrániť
Remeselník odstránil staré dlaždice.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/118826642.webp
vysvetliť
Dedko vysvetľuje svet svojmu vnukovi.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/85191995.webp
vychádzať
Ukončte svoj boj a konečne vychádzajte!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/108014576.webp
stretnúť sa
Konečne sa opäť stretávajú.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/104476632.webp
umývať
Nemám rád umývanie riadu.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.