Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

יוצא
הספינה יוצאת מהנמל.
yvtsa
hspynh yvtsat mhnml.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.

עזב
התיירים עוזבים את החוף בצהריים.
’ezb
htyyrym ’evzbym at hhvp btshryym.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.

לשתף
אנו צריכים ללמוד לשתף את ההון שלנו.
lshtp
anv tsrykym llmvd lshtp at hhvn shlnv.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.

יודע
הילדים סקרניים מאוד וכבר יודעים הרבה.
yvd’e
hyldym sqrnyym mavd vkbr yvd’eym hrbh.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

לשרוף
אתה לא צריך לשרוף כסף.
lshrvp
ath la tsryk lshrvp ksp.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.

להציע
האישה מציעה משהו לחברתה.
lhtsy’e
hayshh mtsy’eh mshhv lhbrth.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

להוביל
המשאית מובילה את הסחורה.
lhvbyl
hmshayt mvbylh at hshvrh.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

להעכיר
בקרוב נצטרך להעכיר את השעון שוב.
lh’ekyr
bqrvb ntstrk lh’ekyr at hsh’evn shvb.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.

להתרחש
ההלוויה התרחשה שלשום.
lhtrhsh
hhlvvyh htrhshh shlshvm.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.

רשם
צריך לרשום את הסיסמה!
rshm
tsryk lrshvm at hsysmh!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

לפספס
הוא פספס את ההזדמנות לגול.
lpsps
hva psps at hhzdmnvt lgvl.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
