Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/74908730.webp
uzrokovati
Previše ljudi brzo uzrokuje haos.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/27076371.webp
pripadati
Moja žena mi pripada.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/109099922.webp
podsjetiti
Računar me podsjeća na moje sastanke.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/128159501.webp
miješati
Razni sastojci trebaju se miješati.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/102823465.webp
pokazati
Mogu pokazati vizu u svom pasošu.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/101556029.webp
odbiti
Dijete odbija svoju hranu.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/112970425.webp
uzrujati se
Ona se uzrujava jer on uvijek hrče.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/85968175.webp
oštetiti
Dva auta su oštećena u nesreći.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/123203853.webp
uzrokovati
Alkohol može uzrokovati glavobolje.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/65840237.webp
poslati
Roba će mi biti poslana u paketu.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/118549726.webp
pregledati
Zubar pregledava zube.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/35862456.webp
početi
Novi život počinje brakom.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.