Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/5161747.webp
verwyder
Die graafmasjien verwyder die grond.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
cms/verbs-webp/91254822.webp
pluk
Sy het ’n appel gepluk.
plukken
Ze plukte een appel.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stop
Jy moet by die rooi lig stop.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/12991232.webp
dank
Ek dank u baie daarvoor!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/93221279.webp
brand
’n Vuur brand in die kaggel.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/100011426.webp
beïnvloed
Laat jouself nie deur ander beïnvloed nie!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbring
Die hond bring die speelding terug.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/114379513.webp
bedek
Die waterlelies bedek die water.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/123648488.webp
gaan loer
Die dokters gaan elke dag by die pasiënt loer.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/95625133.webp
liefhê
Sy is baie lief vir haar kat.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/110045269.webp
voltooi
Hy voltooi sy drafroete elke dag.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/124575915.webp
verbeter
Sy wil haar figuur verbeter.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.