Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/27076371.webp
behoort
My vrou behoort aan my.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/61575526.webp
plek maak
Baie ou huise moet plek maak vir die nuwes.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouers moenie hul kinders slaan nie.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitor
Alles word hier deur kameras gemonitor.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/102114991.webp
sny
Die haarkapper sny haar hare.
knippen
De kapper knipt haar haar.
cms/verbs-webp/859238.webp
oefen
Sy oefen ’n ongewone beroep uit.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/102304863.webp
skop
Wees versigtig, die perd kan skop!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/61389443.webp
Die kinders lê saam in die gras.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/92384853.webp
geskik wees
Die pad is nie geskik vir fietsryers nie.
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
cms/verbs-webp/123546660.webp
kontroleer
Die werktuigkundige kontroleer die motor se funksies.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/116358232.webp
gebeur
Iets sleg het gebeur.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stop
Jy moet by die rooi lig stop.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.