Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/109766229.webp
voel
Hy voel dikwels alleen.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/100565199.webp
ontbyt eet
Ons verkies om in die bed te ontbyt.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/4553290.webp
binnegaan
Die skip gaan die hawe binne.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
cms/verbs-webp/104820474.webp
klink
Haar stem klink fantasties.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/123298240.webp
ontmoet
Die vriende het ontmoet vir ’n gesamentlike ete.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
cms/verbs-webp/122153910.webp
verdeel
Hulle verdeel die huishoudelike take onder mekaar.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
cms/verbs-webp/121670222.webp
volg
Die kuikentjies volg altyd hul ma.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/19584241.webp
beskik oor
Kinders beskik net oor sakgeld.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
cms/verbs-webp/104135921.webp
binnegaan
Hy gaan die hotelkamer binne.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
cms/verbs-webp/46998479.webp
bespreek
Hulle bespreek hul planne.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/115153768.webp
sien duidelik
Ek kan alles duidelik sien deur my nuwe brille.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/90539620.webp
verbygaan
Tyd gaan soms stadig verby.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.