Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/61575526.webp
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
plek maak
Baie ou huise moet plek maak vir die nuwes.
cms/verbs-webp/119520659.webp
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
noem
Hoeveel keer moet ek hierdie argument noem?
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
sneeu
Dit het vandag baie gesneeu.
cms/verbs-webp/121670222.webp
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
volg
Die kuikentjies volg altyd hul ma.
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
vermeerder
Die bevolking het aansienlik vermeerder.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
oorlaat
Die eienaars laat hulle honde vir my oor vir ’n stap.
cms/verbs-webp/108580022.webp
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
terugkeer
Die vader het uit die oorlog teruggekeer.
cms/verbs-webp/85968175.webp
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
beskadig
Twee motors is in die ongeluk beskadig.
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
ontmoet
Hulle het mekaar die eerste keer op die internet ontmoet.
cms/verbs-webp/113248427.webp
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
wen
Hy probeer om by skaak te wen.
cms/verbs-webp/88615590.webp
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
beskryf
Hoe kan mens kleure beskryf?
cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
verryk
Speserye verryk ons kos.