Woordeskat
Leer Werkwoorde – Nederlands

bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
voorberei
’n Heerlike ontbyt is voorberei!

verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
verkies
Baie kinders verkies lekkers bo gesonde dinge.

achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
terugstel
Binnekort moet ons die klok weer terugstel.

bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
dank
Ek dank u baie daarvoor!

verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
uittrek
Onkruid moet uitgetrek word.

stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
stem
Die kiesers stem vandag oor hul toekoms.

hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
hang af
Die hangmat hang af van die plafon.

luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
luister
Hy luister graag na sy swanger vrou se maag.

houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
hou van
Sy hou meer van sjokolade as van groente.

sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
sorteer
Hy hou daarvan om sy posseëls te sorteer.

leiden
Hij leidt graag een team.
lei
Hy geniet dit om ’n span te lei.
