Woordeskat
Leer Werkwoorde – Nederlands

overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
gebeur aan
Het iets met hom in die werkongeluk gebeur?

weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
uitlaat
Jy kan die suiker in die tee uitlaat.

schilderen
Hij schildert de muur wit.
verf
Hy verf die muur wit.

verbranden
Je moet geen geld verbranden.
brand
Jy moet nie geld brand nie.

antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
antwoord
Sy antwoord altyd eerste.

out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
buite die boks dink
Om suksesvol te wees, moet jy soms buite die boks dink.

binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
binnegaan
Hy gaan die hotelkamer binne.

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
ry rond
Die motors ry rond in ’n sirkel.

publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
publiseer
Advertensies word dikwels in koerante gepubliseer.

trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
uittrek
Hoe gaan hy daardie groot vis uittrek?

ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
ontvang
Hy ontvang ’n goeie pensioen in sy ouderdom.
