Woordenlijst
Leer werkwoorden – Russisch

оставлять стоять
Сегодня многие должны оставить свои машины стоять.
ostavlyat‘ stoyat‘
Segodnya mnogiye dolzhny ostavit‘ svoi mashiny stoyat‘.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.

развернуться
Вам нужно развернуть машину здесь.
razvernut‘sya
Vam nuzhno razvernut‘ mashinu zdes‘.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.

приходить
Папа, наконец, пришел домой!
prikhodit‘
Papa, nakonets, prishel domoy!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!

увеличивать
Население значительно увеличилось.
uvelichivat‘
Naseleniye znachitel‘no uvelichilos‘.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.

писать
Он написал мне на прошлой неделе.
pisat‘
On napisal mne na proshloy nedele.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.

заблудиться
В лесу легко заблудиться.
zabludit‘sya
V lesu legko zabludit‘sya.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

убегать
Некоторые дети убегают из дома.
ubegat‘
Nekotoryye deti ubegayut iz doma.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.

закрывать
Ребенок закрывает уши.
zakryvat‘
Rebenok zakryvayet ushi.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.

тратить
Она потратила все свои деньги.
tratit‘
Ona potratila vse svoi den‘gi.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.

строить
Дети строят высокую башню.
stroit‘
Deti stroyat vysokuyu bashnyu.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.

подготавливать
Она подготовила ему большую радость.
podgotavlivat‘
Ona podgotovila yemu bol‘shuyu radost‘.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
