Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/61389443.webp
gulti
Vaikai guli žolėje kartu.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/102049516.webp
palikti
Vyras palieka.
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/74176286.webp
apsaugoti
Mama apsaugo savo vaiką.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/95190323.webp
balsuoti
Žmonės balsuoja už ar prieš kandidatą.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/105623533.webp
turėtumėte
Žmogus turėtų gerti daug vandens.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
cms/verbs-webp/65199280.webp
bėgti paskui
Mama bėga paskui savo sūnų.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/66441956.webp
užrašyti
Jūs turite užrašyti slaptažodį!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/88597759.webp
spausti
Jis spausti mygtuką.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/54887804.webp
garantuoti
Draudimas garantuoja apsaugą atveju nelaimingų atsitikimų.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
cms/verbs-webp/90309445.webp
vykti
Laidotuvės vyko priešvakar.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/79046155.webp
pakartoti
Gal galite tai pakartoti?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/82604141.webp
išmesti
Jis užsteigia ant išmestojo bananų lukšto.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.