Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/100649547.webp
zaposliti
Kandidat je zaposlen.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
cms/verbs-webp/64904091.webp
pokupiti
Moramo pokupiti sve jabuke.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/101742573.webp
bojiti
Obojila je svoje ruke.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/78973375.webp
dobiti bolovanje
Mora dobiti bolovanje od doktora.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/77572541.webp
ukloniti
Majstor je uklonio stare pločice.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/106088706.webp
ustati
Ona se više ne može sama ustati.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/118003321.webp
posjetiti
Ona posjećuje Pariz.
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
cms/verbs-webp/80356596.webp
oprostiti se
Žena se oprašta.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
cms/verbs-webp/88615590.webp
opisati
Kako opisati boje?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/99633900.webp
istraživati
Ljudi žele istraživati Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imitirati
Dijete imitira avion.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/91367368.webp
šetati
Obitelj šeta nedjeljom.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.