Woordenlijst

Leer werkwoorden – Nynorsk

cms/verbs-webp/112755134.webp
ringe
Ho kan berre ringe i lunsjpausen.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/78973375.webp
få sjukmelding
Han må få ein sjukmelding frå legen.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/80332176.webp
understreke
Han understreka utsegna si.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/102167684.webp
samanlikna
Dei samanliknar tala sine.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/100011930.webp
fortelje
Ho fortel ho ein hemmelegheit.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/86064675.webp
dytte
Bilen stoppa og måtte dyttast.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/81885081.webp
brenne
Han brende ein fyrstikk.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/86583061.webp
betale
Ho betalte med kredittkort.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/70055731.webp
Toget går.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/31726420.webp
vende seg
Dei vender seg mot kvarandre.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/104820474.webp
høyre
Røysta hennar høyres fantastisk ut.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/94153645.webp
gråte
Barnet græt i badekaret.
huilen
Het kind huilt in het bad.