Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/118549726.webp
tjekke
Tandlægen tjekker tænderne.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/131098316.webp
gifte sig
Minderårige må ikke gifte sig.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/42212679.webp
arbejde for
Han arbejdede hårdt for sine gode karakterer.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cms/verbs-webp/121870340.webp
løbe
Atleten løber.
rennen
De atleet rent.
cms/verbs-webp/51119750.webp
finde vej
Jeg kan finde vej godt i en labyrint.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/21529020.webp
løbe hen imod
Pigen løber hen imod sin mor.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/130288167.webp
rengøre
Hun rengør køkkenet.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkere
Bilerne er parkeret i parkeringskælderen.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/89636007.webp
underskrive
Han underskrev kontrakten.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/108520089.webp
indeholde
Fisk, ost, og mælk indeholder meget protein.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/102447745.webp
annullere
Han annullerede desværre mødet.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/109099922.webp
minde
Computeren minder mig om mine aftaler.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.