Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

gentage
Kan du gentage det?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?

kende til
Hun kender ikke til elektricitet.
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.

blive blind
Manden med mærkerne er blevet blind.
blind worden
De man met de badges is blind geworden.

se klart
Jeg kan se alt klart gennem mine nye briller.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.

savne
Han savner sin kæreste meget.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.

foretrække
Mange børn foretrækker slik frem for sunde ting.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

chatte
Eleverne bør ikke chatte i timen.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

forstå
Jeg kan ikke forstå dig!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

græde
Barnet græder i badekarret.
huilen
Het kind huilt in het bad.

prale
Han kan lide at prale med sine penge.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

vise
Jeg kan vise et visum i mit pas.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
