Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/118759500.webp
høste
Vi høstede meget vin.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/115113805.webp
chatte
De chatter med hinanden.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/103232609.webp
udstille
Moderne kunst udstilles her.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/120655636.webp
opdatere
Nu om dage skal man konstant opdatere sin viden.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/125400489.webp
forlade
Turisterne forlader stranden ved middagstid.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/50772718.webp
annullere
Kontrakten er blevet annulleret.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/53064913.webp
lukke
Hun lukker gardinerne.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
cms/verbs-webp/114052356.webp
brænde
Kødet må ikke brænde på grillen.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/46565207.webp
forberede
Hun forberedte ham stor glæde.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/96668495.webp
trykke
Bøger og aviser bliver trykt.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/81973029.webp
iværksætte
De vil iværksætte deres skilsmisse.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
cms/verbs-webp/74916079.webp
ankomme
Han ankom lige til tiden.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.