Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

høste
Vi høstede meget vin.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.

chatte
De chatter med hinanden.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.

udstille
Moderne kunst udstilles her.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

opdatere
Nu om dage skal man konstant opdatere sin viden.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

forlade
Turisterne forlader stranden ved middagstid.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.

annullere
Kontrakten er blevet annulleret.
annuleren
Het contract is geannuleerd.

lukke
Hun lukker gardinerne.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.

brænde
Kødet må ikke brænde på grillen.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.

forberede
Hun forberedte ham stor glæde.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.

trykke
Bøger og aviser bliver trykt.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.

iværksætte
De vil iværksætte deres skilsmisse.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
