Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens
overtage
Græshopperne har overtaget.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
gå tilbage
Han kan ikke gå tilbage alene.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
sende
Varerne bliver sendt til mig i en pakke.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
gøre fremskridt
Snegle gør kun langsomme fremskridt.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
vende tilbage
Bumerangen vendte tilbage.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
mistænke
Han mistænker, at det er hans kæreste.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
danse
De danser en tango forelsket.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
fjerne
Håndværkeren fjernede de gamle fliser.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
finde vej
Jeg kan finde vej godt i en labyrint.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
spilde
Energi bør ikke spildes.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
stå
Bjergbestigeren står på toppen.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.