Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/87205111.webp
overtage
Græshopperne har overtaget.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
cms/verbs-webp/111750395.webp
gå tilbage
Han kan ikke gå tilbage alene.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/65840237.webp
sende
Varerne bliver sendt til mig i en pakke.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/55372178.webp
gøre fremskridt
Snegle gør kun langsomme fremskridt.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/83548990.webp
vende tilbage
Bumerangen vendte tilbage.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/99951744.webp
mistænke
Han mistænker, at det er hans kæreste.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
cms/verbs-webp/97188237.webp
danse
De danser en tango forelsket.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
cms/verbs-webp/77572541.webp
fjerne
Håndværkeren fjernede de gamle fliser.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/51119750.webp
finde vej
Jeg kan finde vej godt i en labyrint.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/132305688.webp
spilde
Energi bør ikke spildes.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/122707548.webp
stå
Bjergbestigeren står på toppen.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/95190323.webp
stemme
Man stemmer for eller imod en kandidat.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.