Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

vratiti
Majka vraća kći kući.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.

udariti
Vole udariti, ali samo u stolnom nogometu.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

hvalisati
Voli se hvalisati svojim novcem.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

zaboraviti
Sada je zaboravila njegovo ime.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

ovisiti
Slijep je i ovisi o vanjskoj pomoći.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

uništiti
Tornado uništava mnoge kuće.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

odbaciti
Ove stare gume moraju se posebno odbaciti.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

vikati
Ako želiš biti čuo, moraš glasno vikati svoju poruku.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.

brinuti
Naš domar se brine o uklanjanju snijega.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.

izvući
Kako će izvući tu veliku ribu?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?

zaustaviti se
Moraš se zaustaviti na crvenom svjetlu.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
