Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/114379513.webp
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
pokriti
Lokvanji pokrivaju vodu.
cms/verbs-webp/88615590.webp
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
opisati
Kako se mogu opisati boje?
cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
trčati prema
Djevojčica trči prema svojoj majci.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
parkirati
Bicikli su parkirani ispred kuće.
cms/verbs-webp/115207335.webp
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
otvoriti
Sejf se može otvoriti tajnim kodom.
cms/verbs-webp/105681554.webp
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
uzrokovati
Šećer uzrokuje mnoge bolesti.
cms/verbs-webp/102631405.webp
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
zaboraviti
Ona ne želi zaboraviti prošlost.
cms/verbs-webp/35071619.webp
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
prolaziti pokraj
Dvoje prolaze jedno pokraj drugoga.
cms/verbs-webp/51465029.webp
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
kasniti
Sat kasni nekoliko minuta.
cms/verbs-webp/853759.webp
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
rasprodati
Roba se rasprodaje.
cms/verbs-webp/121670222.webp
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
slijediti
Pilići uvijek slijede svoju majku.
cms/verbs-webp/34979195.webp
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
sastati se
Lijepo je kada se dvoje ljudi sastanu.