Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
kritizirati
Šef kritizira zaposlenika.
cms/verbs-webp/114379513.webp
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
pokriti
Lokvanji pokrivaju vodu.
cms/verbs-webp/38296612.webp
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
postojati
Danas dinosauri više ne postoje.
cms/verbs-webp/127554899.webp
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
preferirati
Naša kći ne čita knjige; preferira svoj telefon.
cms/verbs-webp/123298240.webp
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
sresti
Prijatelji su se sreli na zajedničkoj večeri.
cms/verbs-webp/112286562.webp
werken
Ze werkt beter dan een man.
raditi
Ona radi bolje od muškarca.
cms/verbs-webp/106279322.webp
reizen
We reizen graag door Europa.
putovati
Volimo putovati Europom.
cms/verbs-webp/17624512.webp
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
naviknuti se
Djeca se moraju naviknuti četkati zube.
cms/verbs-webp/86064675.webp
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
gurnuti
Auto je stao i morao je biti gurnut.
cms/verbs-webp/108118259.webp
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
zaboraviti
Sada je zaboravila njegovo ime.
cms/verbs-webp/125400489.webp
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
napustiti
Turisti napuštaju plažu u podne.
cms/verbs-webp/63351650.webp
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
otkazati
Let je otkazan.