Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

čekati
Još uvijek moramo čekati mjesec dana.
wachten
We moeten nog een maand wachten.

otkazati
Let je otkazan.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.

jačati
Gimnastika jača mišiće.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.

posluživati
Danas nas kuhar osobno poslužuje.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.

pristupiti
Taksiji su pristupili stanici.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

potrošiti
Ona je potrošila sav svoj novac.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.

napredovati
Puževi sporo napreduju.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.

zaštititi
Djecu treba zaštititi.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.

povećati
Stanovništvo se znatno povećalo.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.

lagati
Ponekad se mora lagati u izvanrednim situacijama.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

udariti
Pazi, konj može udariti!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
