Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

fare colazione
Preferiamo fare colazione a letto.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

monitorare
Qui tutto è monitorato da telecamere.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.

finire
La rotta finisce qui.
eindigen
De route eindigt hier.

decifrare
Lui decifra il piccolo stampato con una lente d’ingrandimento.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

raccogliere
Abbiamo raccolto molto vino.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.

costruire
Quando è stata costruita la Grande Muraglia cinese?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

accadere
Qui è accaduto un incidente.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

valutare
Lui valuta le prestazioni dell’azienda.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

intraprendere
Ho intrapreso molti viaggi.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.

credere
Molte persone credono in Dio.
geloven
Veel mensen geloven in God.

ostentare
A lui piace ostentare i suoi soldi.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
