Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/81025050.webp
combattere
Gli atleti combattono l’uno contro l’altro.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/118232218.webp
proteggere
I bambini devono essere protetti.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/79317407.webp
comandare
Lui comanda il suo cane.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/120762638.webp
dire
Ho qualcosa di importante da dirti.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/104820474.webp
suonare
La sua voce suona fantastica.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/97188237.webp
ballare
Stanno ballando un tango innamorati.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
cms/verbs-webp/85968175.webp
danneggiare
Due auto sono state danneggiate nell’incidente.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/131098316.webp
sposarsi
Ai minori non è permesso sposarsi.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/127620690.webp
tassare
Le aziende vengono tassate in vari modi.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/91696604.webp
permettere
Non si dovrebbe permettere la depressione.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/122010524.webp
intraprendere
Ho intrapreso molti viaggi.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/43100258.webp
incontrare
A volte si incontrano nella scala.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.