Woordenlijst

Leer werkwoorden – Koreaans

cms/verbs-webp/71612101.webp
들어가다
지하철이 방금 역에 들어왔다.
deul-eogada
jihacheol-i bang-geum yeog-e deul-eowassda.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/75508285.webp
기대하다
아이들은 항상 눈을 기대한다.
gidaehada
aideul-eun hangsang nun-eul gidaehanda.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/100434930.webp
끝나다
이 경로는 여기에서 끝난다.
kkeutnada
i gyeongloneun yeogieseo kkeutnanda.
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/51465029.webp
느리게 가다
시계가 몇 분 느리게 간다.
neulige gada
sigyega myeoch bun neulige ganda.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/42111567.webp
실수하다
실수하지 않게 신중하게 생각해라!
silsuhada
silsuhaji anhge sinjunghage saeng-gaghaela!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/123179881.webp
연습하다
그는 스케이트보드로 매일 연습한다.
yeonseubhada
geuneun seukeiteubodeulo maeil yeonseubhanda.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/132125626.webp
설득하다
그녀는 종종 딸에게 밥을 먹게 설득해야 한다.
seoldeughada
geunyeoneun jongjong ttal-ege bab-eul meogge seoldeughaeya handa.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/60395424.webp
뛰어다니다
아이는 행복하게 뛰어다닌다.
ttwieodanida
aineun haengboghage ttwieodaninda.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/124458146.webp
맡기다
주인들은 나에게 강아지를 산책시키기 위해 맡긴다.
matgida
ju-indeul-eun na-ege gang-ajileul sanchaegsikigi wihae matginda.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/109657074.webp
쫓아내다
한 마리의 백조가 다른 백조를 쫓아냈다.
jjoch-anaeda
han maliui baegjoga daleun baegjoleul jjoch-anaessda.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/125400489.webp
떠나다
관광객들은 정오에 해변을 떠난다.
tteonada
gwangwang-gaegdeul-eun jeong-o-e haebyeon-eul tteonanda.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/106665920.webp
느끼다
어머니는 아이에게 많은 사랑을 느낀다.
neukkida
eomeonineun aiege manh-eun salang-eul neukkinda.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.