Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

매달리다
천장에서 해먹이 매달려 있다.
maedallida
cheonjang-eseo haemeog-i maedallyeo issda.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

풍부하게 하다
향신료는 우리 음식을 풍부하게 한다.
pungbuhage hada
hyangsinlyoneun uli eumsig-eul pungbuhage handa.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

역겹게 생각하다
그녀는 거미를 무척 역겹게 생각한다.
yeoggyeobge saeng-gaghada
geunyeoneun geomileul mucheog yeoggyeobge saeng-gaghanda.
walgen van
Ze walgde van spinnen.

유효하다
비자는 더 이상 유효하지 않다.
yuhyohada
bijaneun deo isang yuhyohaji anhda.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.

섞다
다양한 재료들을 섞어야 한다.
seokkda
dayanghan jaelyodeul-eul seokk-eoya handa.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

잘 되다
이번에는 잘 되지 않았다.
jal doeda
ibeon-eneun jal doeji anh-assda.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.

받다
그는 상사로부터 인상을 받았다.
badda
geuneun sangsalobuteo insang-eul bad-assda.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.

철자하다
아이들은 철자하는 것을 배우고 있다.
cheoljahada
aideul-eun cheoljahaneun geos-eul baeugo issda.
spellen
De kinderen leren spellen.

정차하다
택시들이 정류장에 정차했다.
jeongchahada
taegsideul-i jeonglyujang-e jeongchahaessda.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

버리다
이 오래된 고무 타이어는 별도로 버려져야 합니다.
beolida
i olaedoen gomu taieoneun byeoldolo beolyeojyeoya habnida.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

놓치다
그는 못을 놓치고 자신을 다쳤다.
nohchida
geuneun mos-eul nohchigo jasin-eul dachyeossda.
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
