Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

받아들이다
어떤 사람들은 진실을 받아들이기를 원하지 않는다.
bad-adeul-ida
eotteon salamdeul-eun jinsil-eul bad-adeul-igileul wonhaji anhneunda.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

개선하다
그녀는 그녀의 체형을 개선하고 싶어한다.
gaeseonhada
geunyeoneun geunyeoui chehyeong-eul gaeseonhago sip-eohanda.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.

밀다
간호사는 환자를 휠체어로 밀어준다.
milda
ganhosaneun hwanjaleul hwilcheeolo mil-eojunda.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

끌어올리다
헬기가 두 명의 남자를 끌어올린다.
kkeul-eoollida
helgiga du myeong-ui namjaleul kkeul-eoollinda.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

보여주다
나는 내 여권에 비자를 보여줄 수 있다.
boyeojuda
naneun nae yeogwon-e bijaleul boyeojul su issda.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.

돌려받다
나는 거스름돈을 돌려받았습니다.
dollyeobadda
naneun geoseuleumdon-eul dollyeobad-assseubnida.
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.

벌리다
그는 팔을 넓게 벌린다.
beollida
geuneun pal-eul neolbge beollinda.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.

달려가다
소녀가 어머니에게 달려간다.
dallyeogada
sonyeoga eomeoniege dallyeoganda.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.

덮다
아이는 귀를 덮는다.
deopda
aineun gwileul deopneunda.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.

시작하다
나는 많은 여행을 시작했다.
sijaghada
naneun manh-eun yeohaeng-eul sijaghaessda.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.

안기다
그는 노란 아버지를 안고 있다.
angida
geuneun nolan abeojileul ango issda.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
