Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/96668495.webp
drucken
Bücher und Zeitungen werden gedruckt.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/78309507.webp
ausschneiden
Die Formen müssen ausgeschnitten werden.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cms/verbs-webp/64053926.webp
überwinden
Die Sportler überwinden den Wasserfall.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/59552358.webp
verwalten
Wer verwaltet bei euch das Geld?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/102327719.webp
schlafen
Das Baby schläft.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/86215362.webp
versenden
Dieses Unternehmen versendet Waren in alle Welt.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
cms/verbs-webp/93150363.webp
aufwachen
Er ist soeben aufgewacht.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/78932829.webp
unterstützen
Wir unterstützen die Kreativität unseres Kindes.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/124525016.webp
zurückliegen
Die Zeit ihrer Jugend liegt lange zurück.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/32685682.webp
mitbekommen
Das Kind bekommt den Streit seiner Eltern mit.
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
cms/verbs-webp/71612101.webp
einfahren
Die U-Bahn ist gerade eingefahren.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/91906251.webp
rufen
Der Junge ruft so laut er kann.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.