Woordenlijst
Leer werkwoorden – Turks

veda etmek
Kadın vedalaşıyor.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.

kovmak
Patronum beni kovdu.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

konuşmak
Onunla konuşmalı; o kadar yalnız ki.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

aramak
Sonbaharda mantar ararım.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.

yok etmek
Tornado birçok evi yok ediyor.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

vermek
Kalbini veriyor.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.

israf etmek
Enerji israf edilmemeli.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.

yaşamak
Birlikte bir paylaşımlı dairede yaşıyorlar.
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.

koşmak
Atlet koşuyor.
rennen
De atleet rent.

ziyaret etmek
Paris‘i ziyaret ediyor.
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.

tetiklemek
Duman alarmı tetikledi.
activeren
De rook activeerde het alarm.
