Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/118596482.webp
lete
Jeg leter etter sopp om høsten.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/105681554.webp
forårsake
Sukker forårsaker mange sykdommer.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/91367368.webp
gå tur
Familien går tur på søndager.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
cms/verbs-webp/108218979.webp
måtte
Han må gå av her.
moeten
Hij moet hier uitstappen.
cms/verbs-webp/97593982.webp
forberede
En deilig frokost blir forberedt!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/106203954.webp
bruke
Vi bruker gassmasker i brannen.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/1502512.webp
lese
Jeg kan ikke lese uten briller.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/123546660.webp
sjekke
Mekanikeren sjekker bilens funksjoner.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/73880931.webp
vaske
Arbeideren vasker vinduet.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/91603141.webp
stikke av
Noen barn stikker av hjemmefra.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
cms/verbs-webp/32796938.webp
sende av gårde
Hun vil sende brevet nå.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
cms/verbs-webp/77572541.webp
fjerne
Håndverkeren fjernet de gamle flisene.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.